Het maken van champagne is een vak apart, waarbij de champagneboer jaar in, jaar uit nauwgezet volgens een ritme werkt dat door de natuur én vakkennis bepaald wordt. In de Champagne-regio volgen de wijnstokken en de boeren een vaste, seizoensgebonden cyclus, die begint met het snoeien van de wijnstokken in de winter en eindigt met het rijpen van de champagne in de donkere kelders. Elke stap in deze cyclus heeft invloed op de uiteindelijke smaak, geur en kwaliteit van de champagne. Van de delicate bloei van de wijnstokken in de lente tot de zorgvuldige handmatige oogst in de herfst: elke fase vraagt om specifieke aandacht en expertise. Champagne maken is een spel van geduld en precisie, waarin de wijnboer met de seizoenen meebeweegt en steeds opnieuw inspeelt op de grillen van het klimaat en de bodem. Het uiteindelijke doel? Een champagne creëren die sprankelt van karakter, met diepte en finesse in iedere bubbel.
Hier volgt een overzicht van het werk van de champagneboer door het jaar heen, van het snoeien tot de oogst, en van de persing tot de rijping in de kelder.
Winter (Week 1-8) – snoeien en voorbereiden
In januari en februari, tijdens de rustperiode van de wijnstokken, is snoeien een belangrijke taak (ongeveer week 1-8). Dit bevordert een optimale groei voor het nieuwe seizoen. De boeren controleren daarnaast de bodem en herstellen indien nodig steunstructuren voor de wijnranken.
Voorjaar (Week 10-20) – knoppen en scheuten ontwikkeling
Vanaf maart (week 10-12) begint het knoppen van de wijnstokken. Wanneer de temperaturen stijgen, ontstaan nieuwe scheuten die de basis vormen voor de druivenproductie. Gedurende deze periode, van week 15-20, worden ook ongewenste scheuten verwijderd om energie naar de beste takken te richten.
Voorzomer (Week 20-26) – bloei en vruchtvorming
In mei en juni, meestal rond week 20-26, vindt de bloei plaats. De bloeiperiode bepaalt de opbrengst en is cruciaal voor de kwaliteit. Na de bloei beginnen kleine druiven zich te vormen, een proces dat “vruchtzetting” wordt genoemd.
Het duurt ongeveer 100 dagen vanaf de bloei van de wijnstok in het voorjaar tot het moment dat de druiven rijp zijn voor de oogst, meestal in het vroege najaar.
Zomer (Week 27-36) – rijping en bladbeheer
De zomermaanden (juli en augustus, week 27-36) zijn gewijd aan de rijping van de druiven. Gedurende deze periode voeren boeren bladbeheer uit om te zorgen voor een optimale blootstelling aan de zon. Ze controleren regelmatig op ziektes of plagen om de gezondheid van de druiven te waarborgen.
Herfst (Week 36-38) – oogst
De oogst begint in september, meestal rond week 36-38, afhankelijk van de weersomstandigheden en de rijpheid van de druiven. De timing is cruciaal: druiven moeten het perfecte suiker- en zuurgehalte hebben voor champagne.
Najaar (Week 38-52) – persen, vergisten en bottelen
Direct na de oogst worden de druiven geperst (week 38-40) en begint de eerste vergisting om de basiswijn te maken. In de daaropvolgende weken (tot ongeveer week 45-50) worden de wijnen geblend en klaargemaakt voor de tweede vergisting, die in de fles plaatsvindt. Na toevoeging van suiker en gist worden de flessen gesloten en opgeslagen om de tweede vergisting en rijping te ondergaan.
Winter (Week 1 van het volgende jaar) – rust en rijping
De wijn gaat na de botteling een rustperiode in, waarin de champagnes rijpen. Afhankelijk van de stijl en het gewenste karakter, blijft de champagne voor een periode van minimaal 15 maanden tot enkele jaren in de kelders liggen voordat hij klaar is voor verkoop.
Dit jaarlijkse ritme vraagt om veel precisie en ervaring van de wijnboer, die nauwlettend de kwaliteit bewaakt in elke stap van het proces.
Seizoen | Activiteit | Weeknummers |
Winter | Snoeien | Week 1 – 8 |
Bindwerk | Week 9 – 12 | |
Lente | Uitbotten | Week 13 – 16 |
Effeuillage | Week 17 – 22 | |
Zomer | Bloei | Week 23 – 25 |
Vruchtvorming & rijping | Week 26 – 34 | |
Herfst | Oogst | Week 36 – 38 |
Persen & eerste gisting | Week 39 – 40 | |
Najaar/winter | Blending | Week 48 – 52 |
Blending & tweede gisting | Week 52 en verder |