Champagne kenmerkt zich onder andere door de bubbels – maar hoe zorg je er als champagnehuis voor dat deze bubbels in de fles blijven? Dit doe je door middel van de juiste kurk! En dat is nog niet zo simpel, met de druk van maar liefst zes bar die op de fles staat. Ter vergelijking: op een autoband zit zo’n 2,4 bar. De champagnekurk heeft daarom veel ontwikkelingen doorgemaakt voordat er een systeem werd gevonden dat werkt.
Geschiedenis van de champagne kurk
Maar hoe werden champagneflessen vroeger gesloten? Voordat de moderne kurk werd bedacht, werden champagneflessen gesloten met houten pinnen (bung) die werden gewikkeld in linnen doeken die waren gedrenkt in olie. De pinnen werden vastgehouden door touw gemaakt van hennep dat was verzegeld met was.
Het was champagnehuis Dom Perignon dat uiteindelijk de kurkstop bedacht. Deze methode zorgde voor een waterdicht resultaat, wat de wijn veel beter vers hield. In 1827 verscheen de champagnekurk: eerst van vierkant, dik kurk, waarna werd er overgegaan op de Germinus-kurk die bestond uit twee aan elkaar geplakte stukken kurk. Deze kurk werd uiteindelijk vervangen door de bekende geagglomereerde kurk.
Om de druk op de kurk te weerstaan is de kurk een stuk breder dan de hals van de fles. Hoe kregen champagnehuizen zonder moderne machines deze kurken dan in de fles, zal je je misschien afvragen. De champagnekurken werden eerst in zeer heet water gelegd zodat ze zacht werden, waarna ze met een hamer de fles in werden geslagen. Vervolgens werden de kurken met een touwtje vastgebonden aan de fles, om te voorkomen dat de kurk uit de fles schoot. Dat bleek echter nog niet zo makkelijk! De moderne kurk methode met muselet (de ijzeren draad om de kurk heen) en plaque (het metalen plaatje op de kurk) werd pas in 1844 ontwikkeld.
Gelukkig hoeven champagnehuizen tegenwoordig niet meer met hamers de kurk in de fles te slaan: dit gebeurt tegenwoordig met machines.
Wel is het wettelijk verplicht om het woord “champagne” op de kurk te zetten. Toch nog een klein feitje.
De vorm van de champagnekurk
De vreemde vorm van de champagnekurk is niet voor niets. Door de grote druk die op de kurk staat, hebben ze hem een stuk groter gemaakt dan de hals van de fles. Op die manier kan de kurk de druk weerstaan, totdat de fles ontkurkt wordt. Om te zorgen dat dit niet vroegtijdig gebeurt, wordt de kurk ook nog eens vastgehouden door een capsule en de muselet. En als de fles dan eenmaal wordt ontkurkt, kan de kurk met grote snelheid uit de fles vliegen als je niet oppast. Dit kan met een snelheid van wel 15 meter per seconde. Dat staat gelijk aan 54 kilometer per uur!
Ondanks de grote hoeveelheid druk op de fles zorgt het bijzondere kurksysteem van de champagnefles er op deze manier voor dat de champagne vers en vol met bubbels blijft totdat deze ontkurkt wordt. Dit systeem komt maar met één nadeel: de kurk neemt na het openen weer zijn oorspronkelijke vorm aan, zodat je hem met geen mogelijkheid terug krijgt in de fles. Champagne openen doe je daarom ook heel bewust: je opent hem alleen wanneer je weet dat je de tijd of het gezelschap hebt om hem mee op te drinken!
Waar komt kurk vandaan?
Kurk is een natuurproduct dat wordt gemaakt van de schors van de kurkeik. Deze kurkeiken komen vooral voor in Spanje en Portugal, die voor ongeveer 75% van de wereldwijde kurkproductie zorgen. In Spanje gaat het vooral om de regio’s Andalusië en Extremadura. In Catalonië groeien in mindere mate ook kurkeiken.
Het mooie aan de kurkproductie is dat de bomen niet gekapt hoeven te worden om kurk te winnen. Eens in de negen tot twaalf jaar ontschorsen kurkboeren de hoofdstam van de kurkeik. Als ze minimaal 25 jaar oud zijn, kunnen ze pas ontschorst worden voor de kurkwinning, maar de kurk is pas geschikt als flessenstopper als de boom minimaal 60 jaar oud is. Dat klinkt lang, maar de bomen kunnen maar liefst 250 jaar oud worden!
Daarom dus kurk?
Kurk bevat lucht, waardoor het een licht materiaal is. Dit zorgt er ook voor dat het warmte-isolerend is. En dat is wel zo handig, voor een drank die het best zijn kwaliteit bewaart als hij op de juiste temperatuur wordt bewaard! Bovendien laat kurk bijna geen lucht door en is het elastisch, wat het perfect maakt als flesstopper. Het is dan ook niet voor niets dat ongeveer 60% van alle wijn wordt voorzien van een kurk! Daarnaast heeft kurk voor veel mensen een luxere uitstraling dan bijvoorbeeld een plastic kurk of een simpele draaidop. Wijn en daarmee champagne drinken is een ervaring – en daar hoort voor veel mensen een gevoel van luxe bij.